Maar liefst 419 enthousiaste bezoekers bezochten de Tentuinstelling op de gezellige tuinmarkt in Noordwijk Binnen. De vraag was hoeveel tuinen er te zien waren in onze hedendaagse 'Panorama Mesdag', die we speciaal voor dit evenement hebben samengesteld. Klik HIER als u wilt weten of u gewonnen hebt!
in het voorjaar sliepen er Duitse toeristen bij ons in huis. 'Zimmer mit Fruhstuck'. Mijn moeder ontpopte zich als de ideale huisvrouw en ook al sprak zij amper drie woorden Duits, de verstandhouding was altijd opperbest. Voor mijn broers en mij kwam het hoogtepunt van de dag ná de frühstuck. Nadat de gasten ontbeten hadden, waren de restjes voor ons. Krentenbrood met dik roomboter. Daar vochten we om!
Als warm welkom hadden we een klein kneuterig voortuintje. Een grasveldje met een perk tulpen, groepjes hyacinten en een heg. Kijkend naar de foto’s uit mijn jeugd, zie ik mezelf staan in het bleke voorjaarslicht in ons aangeharkte tuintje, de haartjes gekamd, poserend in mijn mooiste kleren. Mijn moeder op haar paasbest trots aan mijn zijde. Met dank aan de badgasten...
En nu, meer dan 40 jaar na dato, herleven oude tijden. Van Jacqueline van der Kloet, mijn grote idool op het gebied van beplantingen heb ik een nieuw boek met de veelzeggende naam ‘Tuinen van nu’. Maar als ik naar de omslagfoto kijk, zie ik tóch ineens weer dat tuintje van vroeger. Met een gazonnetje en rijtjes tulpen in het voorjaarslicht. Alleen dat mollige ventje in zijn paaspakje ontbreekt…
Hoe is het mogelijk! Waar zijn die ‘moderne’ strakke statustuinen gebleven? Is het uit sentiment, dat we dit weer mooi vinden? Willen we terug naar het gewone en natuurlijke? Met dank aan de crisis? Onze hernieuwde aandacht voor tuinieren staat niet op zichzelf. We willen weer meer zelf doen en zelf ontdekken. Net als in de jaren zeventig, maar met nieuw elan. Hoveniers zouden zich wat minder met trendy artikelen bezig moeten houden en meer met de basale zaken die een tuin tot een tuin maken: een plek omzoomd door een heg met een gazon en een perk planten. Gun je opdrachtgever het genoegen van de tuin ‘als tuin’ en laat oude tijden herleven met de ideeën van nu. Mét of zonder roomboter.
De vrouw kijkt me quasi onschuldig aan. Ik ben op een feestje en sta in een partytent die is opgezet in de tuin van de jarige. Buiten viert de herfst hoogtij. “Moet het al, volgens mij voorspellen ze vorst!” Nu is het mijn beurt om onschuldig te kijken. Ken ik deze vrouw? Blond geverfd haar. Kraaienpootjes. Gelakte nagels verhullen niet de sterke handen. Snoeihanden.
“Tsja, pff.. dat ligt er aan..” is mijn niet echt overtuigende antwoord. In mijn ooghoek zie ik rode wijn rondgaan. Tot nu toe was het heel gezellig. Tot nu toe. Dan neem ik een besluit. “Kom mee!” Ik neem de vrouw bij de hand en loods haar naar buiten. Een ruwe gewillige hand.
Buiten schieten wolkenflarden langs de hemel. Siergrassen dansen op de wind. Brutale herfstasters vol met bloemen. Alsof het nooit winter wordt.
“Kijk!” roep ik in haar oor. “Doe niets zolang het schoonheid in zich heeft.”
“Ja, maar..”
“In de herfst manifesteert de natuur zich op meesterlijke wijze,”, roep ik boven de wind uit, “laat haar even haar gang gaan en geniet er zo lang mogelijk van!”
“En daarna?”
“Maak je geen zorgen om de planten, die kunnen prima tegen een stootje. Aan het eind van de winter ruim je de rommel op en ben je klaar voor een nieuw seizoen.”
“Oh.. zo had ik het nog niet gezien..” haar handen werkloos voor zich.
Verbaasde blikken als we de partytent weer betreden.
“Wijntje?
“Dank je.. Proost! Op de herfst!”
“Proost!”
u weet wel, zo'n tuinplant die je krijgt op een feestje. In het begin ziet hij er vrolijk uit maar al gauw wordt deze gekenmerkt door foeilelijkheid waarin een strijd op leven en dood zichtbaar is.. die meestal uitmondt in een eindeloze terminale toestand. En zo staat de hortensia, appelboom of jasmijn er maar treurig bij, als herinnering aan een hoogtepunt, als symbool voor een dierbare relatie.
Aan de 'Tante Annie boom' te zien is al het vreugdevolle en liefdevolle vervaagd. Maar we houden ons vast aan de illusie. Alsof er niets aan de hand is, alsof tante Annie nog elk moment kan verschijnen en alles koek en ei is. Niets is echter minder waar. Tante Annie is allang vergeten, misschien verhuist of zelfs al overleden. Onze relatie met tante Annie is al net zo terminaal als het hulpeloze boompje.
Alsof het ooit goed was! Gezien het boompje had tante Annie niet het beste met ons voor. het appelboompje was vanaf het begin af aan inferieur. Verkeerd geënt, amper wortels, laat staan een mooie hoofdtak. Logisch. Tante Annie was helemaal niet geïnteresseerd in een goed product. "Nooit met lege handen aankomen", is haar motto. Het cadeau was alleen voor het moment, als binnenkomer. Even de glimlach: "wat leuk, had je niet hoeven doen!" Zoiets. Toch krijg je de volgende ochtend een schep en een plant in je handen gedrukt: "zoek daar maar een mooi plekkie voor..."
En zo sta ik, tuin- en landschapsontwerper, hovenier, groenprofessional zo u wilt, met een plant in mijn handen waar al tien jaar mee gezeuld is. Er is een nieuwe tuin gemaakt, rücksichtslos zijn de mooiste planten weggegooid, maar Tante Annie hield stand. Ze liet zich verzetten en drie keer opnieuw opkuilen en nu, nu het beplantingsplan is gemaakt en de planten worden uitgezet, loop ik al een half uur met Tante Annie te slepen. Steeds wanhopiger probeer ik haar in te passen: bij de Rhodo's, tussen de lavendels, ja zelfs achter de Taxus, zodat je haar echt nooit meer ziet. Dan besluit ik haar weg te gooien, maar ook dat kan niet.
En zo krijgt Tante Annie haar zoveelste plek, ergens tussen angst en hoop. Maar het geeft niet. Je krijgt haar niet kapot. Uiteindelijk overleeft ze het, uiteindelijk overleeft ze ons allemaal.